Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De overige Joden nu, die in de landschappen des konings waren, [23]vergaderden, opdat zij stonden voor hun [24]leven, en rust hadden van hun vijanden, en zij doodden onder hun haters vijf en zeventig duizend; maar [25]zij sloegen hun hand niet aan den roof. 23. Hij wil zeggen: Zij vergaderden om hun leven te beschermen en om in vrede te mogen leven, zonder hun vijanden te vrezen. 24. Hebreeuws, ziel. Anders, en stonden voor hun leven, en hadden rust, enz. 25. Zie boven, vs.10.